Commissie: wijziging Wiv noodzakelijk

De Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 zorgde voor een versterking van de waarborgen op het werk van de AIVD en MIVD. Dit blijkt uit het rapport van de evaluatiecommissie onder leiding van Renée Jones-Bos. Ook ontbreekt het de diensten niet aan bevoegdheden. Wel schiet de wet op een aantal punten te kort. Dit leidt tot knelpunten in de uitvoering en patstellingen tussen de diensten en de toezichthouders. Daarom adviseert de evaluatiecommissie in het eindrapport om de wet op een aantal punten aan te passen en dat bij de aanstaande kabinetsformatie mee te nemen.

De evaluatie van de Wiv 2017 is aangeboden aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Bijleveld van Defensie. De wet werd in mei 2018 ingevoerd met als belangrijk doel het moderniseren van de bevoegdheden van de diensten. Hierdoor kregen de diensten ook de mogelijkheid om telecommunicatie via de kabel (waaronder internetverkeer) breder te onderscheppen. In aanloop naar de invoering van de wet ontstond veel maatschappelijke discussie. Dit leidde tot het raadgevend referendum, waarbij bleek dat er veel zorgen bestaan in de samenleving over wat er met die onderschepte gegevens gebeurt.  “De commissie is zich zeer bewust geweest van deze maatschappelijke context waarin de wet tot stand is gekomen”, zegt Jones-Bos.
 

Versterkte waarborgen
De modernisering van de wet betekende ook een versterking van de waarborgen – wettelijke maatregelen om te zorgen dat de wet goed wordt nageleefd. Vooral de introductie van de onafhankelijke Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (de TIB) speelde hierbij een belangrijke rol. Het toezicht op de diensten bestaat daarmee uit een toets door de TIB voorafgaand aan de inzet van bijzondere bevoegdheden, en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) die toezicht houdt op de uitvoering van deze inzet door de diensten. Dit resulteerde in een robuust stelsel van toezicht en daarmee een forse toename van de waarborgen. Ook op het gebied van internationale samenwerking heeft de nieuwe wet geleid tot een versterking van de waarborgen. Zo moeten buitenlandse diensten worden ‘gewogen’ voordat ermee mag worden samengewerkt. Deze verplichting stond niet in de vorige wet.

Wetswijziging is nodig
“De Wiv 2017 doet voor een groot deel doet wat ze moet doen. De diensten missen geen bevoegdheden en de waarborgen zijn versterkt, vooral door de introductie van de TIB”, zegt Renée Jones-Bos, voorzitter van de evaluatiecommissie. “Toch schiet de wet ook op punten tekort. Het is nodig dat de waarborgen op bepaalde punten worden versterkt. Daarom adviseren we de wet aan te passen, en wel bij het aantreden van het nieuwe kabinet.”

Bulkdata en gegevensuitwisseling
De diensten gebruiken grote hoeveelheden gegevens voor hun taakuitvoering. Nu regelt de wet het verzamelen en verwerken van deze bulkdata op verschillende manieren, afhankelijk van de bevoegdheid waarmee bulkdata wordt verzameld. Dat is niet logisch, want het gaat uiteindelijk om dezelfde gevoelige gegevens. De commissie beveelt daarom aan om bulkdata op één manier in de wet te regelen. Hierbij moet het verzamelen en het gebruik van bulkdata met meer waarborgen worden omkleed. Zo wordt tegemoetgekomen aan de zorgen in de samenleving over de omgang met grote hoeveelheden gegevens.

Verder vindt de commissie dat er extra waarborgen moeten komen voor de gegevensuitwisseling met buitenlandse diensten. Ook dit is een punt van zorg in de maatschappij. De commissie adviseert onder meer om voor de diensten een inspanningsverplichting in te voeren om Nederlandse gegevens uit bulkdata te filteren voordat deze wordt verstrekt aan buitenlandse diensten.

Rol voor de Raad van State
De Wiv 2017 geeft voor belangrijke begrippen, zoals geautomatiseerde data-analyse, geen duidelijke en afgebakende definitie. Daarnaast biedt de wet weinig aanknopingspunten om open normen zoals ‘zo gericht mogelijk’ (het zo goed mogelijk afbakenen van de te verzamelen van gegevens) in te vullen, afhankelijk van de omstandigheden. In de praktijk zorgt dit soms voor patstellingen tussen de diensten en de toezichthouders over de interpretatie van wettelijke begrippen en de invulling van de open normen. Hiervoor biedt de wet nu geen oplossing.

De commissie doet in haar rapport voorstellen voor duidelijker definities en aanknopingspunten voor de invulling van open normen.

“De commissie vindt het verder belangrijk dat het stelsel wordt aangevuld met een rol voor de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bij verschillen van mening over wettelijke begrippen en de invulling van open normen. Zo kunnen eventuele patstellingen in de toekomst worden opgelost”, aldus Jones–Bos.