Waarom hebben we een Inlichtingen-en veiligheidsdienst nodig?

waarom inlichtingendienstenWe hebben er twee

aivd, Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst en mivd, Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst.

Ik begin bij het begin, want ook daarover bestaat de nodige verwarring: wat zijn inlichtingen- en veiligheidsdiensten eigenlijk? Er wordt veel gesproken over ‘de inlichtingendiensten’ maar dat is maar één tak van sport. Inlichtingendiensten verzamelen informatie in het buitenland en ondernemen spionageactiviteiten om de regering over buitenlandse kwesties te informeren. Veiligheidsdiensten daarentegen hebben als taak de veiligheid in het binnenland te beschermen.

Maar wat doen die diensten nu precies? Ik sprak er onder andere over met Pieter Bindt, hoofd van de MIVD van 2011 tot 2016. ‘Een primaire rol van de overheid is om een balans te vinden tussen rechten en vrijheden, welvaart en veiligheid. Die veiligheid wordt soms door anderen bedreigd. Staten, maar ook niet statelijke actoren, zoals terroristen, zijn steeds actiever op het gebied van cyber. En zij, die het niet zo goed met ons voor hebben, houden hun intenties en activiteiten en capaciteiten over het algemeen geheim. De diensten zijn er dan voor om die bedreigingen tijdig te onderkennen en te begrijpen. En tijdig betekent hier dat de mensen die beslissingen moeten nemen handelingsperspectief krijgen. In het geval van de MIVD dan bijvoorbeeld een F16-piloot, maar het geldt ook voor de premier, waar zowel de aivd als de mivd aan leveren’, aldus Bindt.

De AIVD omschrijft het zo op haar website: Het is de taak van de AIVD om dreigingen, risico’s en internationale politieke ontwikkelingen, die anderen niet kunnen zien en die grote gevolgen kunnen hebben voor de belangen van de Nederlandse staat, als eerste te onderkennen en te duiden. En dat laatste gegeven is behoorlijk essentieel in het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Anders dan het vinden van bewijs na een misdrijf, zoals de politie doet, is het de taak van de diensten van tevoren in te schatten wie de nationale veiligheid in gevaar (zullen gaan) brengen.

Samen met Pieter Bindt probeer ik dat te visualiseren, want als onderzoeksjournalist pretendeer ik toch ook voor de troepen uit te lopen. Bindt heeft een mooie metafoor: ‘Inlichtingenwerk is het oplossen van een puzzel onder tijdsdruk, waar niet alle stukjes aanwezig zijn, waar tegenstanders ook nog stukjes van andere puzzels tussendoor hebben gegooid, en waar je de deksel van de doos, en dus het voorbeeld, niet van hebt... succes! Je weet -zeker in het begin- niet wat je aan het maken bent.’ Bindt heeft trouwens nog een metafoor: ‘Als het goed met de puzzel gaat komt er een “weerbericht”. Dat is de potentiële toekomst: dit komt op ons af en zo ziet het er mogelijk uit. Niet de diensten maar de “besluiters” besluiten vervolgens of we een paraplu mee moeten nemen, of we kaplaarzen aantrekken, of dat we binnen blijven.

Dat laatste is het tweede belangrijke punt dat de diensten kenmerkt: ze ondernemen zelf geen actie, maar adviseren anderen om actie te ondernemen. Er zijn natuurlijk gradaties in het adviseren, want op een moment suprême, dus dat bijvoorbeeld een aanslag moet worden voorkomen, zal het geen advies aan de politie zijn om iemand te arresteren maar zullen ze dat dwingend opleggen.

De laatste tien jaar zijn de dreigingen waar inlichtingen- en veiligheidsdiensten mee te maken krijgen substantieel toegenomen en veranderd. Van jihadistische netwerken in binnen- en buitenland, via veranderende geopolitieke verhoudingen tot cyberdreigingen. Er moeten constant keuzes gemaakt worden, maar hoe gaat dat dan vraag ik me af. Aan de ene kant moeten de diensten een open blik houden om de ‘ongekende’ dreigingen te ontdekken, aan de andere kant is er de behoefte van ‘de opdrachtgevers’. Pieter Bindt legt het als volgt uit: ‘Het kabinet stelt een aantal vragen, dan stellen de beide diensten een soort offerte op. Dan kunnen ze bijvoorbeeld zeggen: wat u allemaal vraagt, is meer dan wat we kunnen, dus willen we dingen goed doen, dan zijn dit de vragen die we voorstellen met de daarbij behorende diepgang. Dat proces, dat we jaarlijks doorlopen -en ook tussentijds als er iets bij komt-, dat heet de Geïntegreerde Aanwijzing, en dat is de leidraad.’ Het is een lang gewenste verandering, al een beetje praktijk vertelt Bindt, en nu dus ook in de wet opgenomen.

De AIVD als politiek instrument
Paul Abels, die jarenlang bij de AIVD (toen nog BVD ) gewerkt heeft en tegenwoordig bijzonder hoogleraar Governance of Intelligence and Security Services is en is verbonden aan het ISGA van de Universiteit van Leiden, spreekt zich duidelijk uit over deze Geïntegreerde Aanwijzing. Hij maakt zich ernstig zorgen over die wijziging in de wet:
De nieuwe Wiv geeft eigenlijk een totale omkering te zien van de wijze waarop de diensten hun prioriteiten kiezen. In mijn jaren bij de dienst bepaalde de minister waar de dienst naar kijkt. De wet zegt: de dienst moet kijken naar alle personen en organisaties die een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde, de staatsveiligheid en andere gewichtige bronnen. En de dienst bepaalde destijds zelf, op basis van een inschatting van de dreiging, waar de prioriteiten lagen. Met deze nieuwe wet wordt dat volledig omgekeerd. Nu vraagt de dienst aan een geselecteerde groep ‘behoefte-stellers’: waar moeten wij naar kijken? En dat bepaalt in hoge mate waar de dienst naar gaat kijken. Dat betekent dus dat een aantal departementen: Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Veiligheid nu gaan aangeven waar de dienst naar moet kijken. Ik vraag me eerlijk gezegd af op basis waarvan zij die keuzes maken. Zij zijn niet de dreigingsexperts, zij zijn beleidsambtenaren, en de politici hebben vaak een kortetermijnbelang, een mandaat, een ambtstermijn, een beleidsprogramma. Daar zullen zij hun wensen vooral op concentreren. Een inlichtingen- en veiligheidsdienst is er juist om te waarschuwen voor dingen die niet voorzien waren, wat zou kunnen betekenen dat het een programma in de war kan schoppen, en daar zit een politicus meestal niet op te wachten. Als er ontwikkelingen zijn die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid dan moet de dienst dat, ongeacht of de behoefte-stellers dat willen of niet, gewoon melden en er voor waarschuwen en dan is het aan de politici om daar wel of niet iets mee te doen. Die vrijheid en verantwoordelijkheid ligt daar, maar de dienst – en daarom staan die vissen ook in het wapen van de aivd – die vissen moeten tegen de stroom in blijven zwemmen. Ik vrees dat met die nieuwe systematiek, met zo’n Geïntegreerde Aanwijzing (GA), de vissen te veel met de stroom mee gaan zwemmen.

De verhoudingen van de diensten met de politiek zijn van belang en kunnen kwetsbaar zijn, zo bleek ook in het recente verleden. Het klinkt namelijk simpel: het kabinet heeft een vraag, de diensten een mogelijk antwoord en vervolgens handelt het kabinet ernaar. In de aanloop naar de oorlog in Irak (2003) bleek dat toch wel anders te liggen, politici deden aan cherry picking en stopten alleen de in hun politieke straatje passende analyses in hun mandje. Jaren later concludeerde de Commissie-Davids : ‘De rapporten van de AIVD en in het bijzonder de MIVD over massavernietigingswapens waren genuanceerder dan de openbare buitenlandse rapporten. Deze nuanceringen werden niet door betrokken ministers en departementen overgenomen. Uit de rapporten van de diensten werden slechts die uitspraken gedestilleerd die pasten in het reeds ingenomen standpunt.

Of het nieuwe regime een waarborg geeft tegen politiek gebruik of misbruik durft niemand te zeggen, bovendien is dat een taak van de politiek zelf, zo stellen veel deskundigen die ik spreek.

Dus ja, het basiswerk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is duidelijk, maar ze zijn dus ook in toenemende mate afhankelijk van ‘de politiek’, en dat is waar veel mensen zich toch zorgen over maken.
Politieke beïnvloeding van de diensten dringt soms door tot op hoog niveau. Wat vroeger in Koude Oorlogstaal ‘psychologisch oorlogsvoering’ werd genoemd, heet tegenwoordig nepnieuws. Zo werkten journalisten samen met de inlichtingendiensten in de propaganda-oorlog tegen de Russen.
En de beïnvloeding raakte destijds ook direct de politiek. Dick Engelen, voormalig medewerker en geschiedschrijver van de BVD, beschreef in zijn boeken de operaties van de BVD om de Communistische Partij Nederland te splitsen. Ze deden dat door critici te ondersteunen en die vervolgens mee te helpen de Socialistische Werkers Partij op te richten. Van recentere datum is de wijze waarop de AIVD de oprichting door Abou Jahjah van de AEL-Nederland verstoorde. Uit gelekte documenten bleek dat de dienst de partij flink onder de loep had liggen.

Cybersecurity
Daarnaast is de taak de afgelopen tientallen jaren uitgebreid met cybersecurity; het bewaken van de digitale veiligheid. Niet zozeer voor jou en mij, maar voor,zoals dat met een mooi woord heet ‘de vitale infrastructuur’. Wat dat is? Het netwerk aan leidingen dat ervoor zorgt dat je gas en elektra thuis hebt, dat er water uit de kraan komt, dat je (huis)telefoon het doet, maar ook het beschermen van structuren die ervoor zorgen dat de gezondheidszorg kan functioneren, en sommige industrieën, dat je bankrekening werkt, en natuurlijk het internet. En wat het laatste betreft, dan gaat het om het grote geheel en niet om jouw privéinternetverbinding, want hoe je het ook went ook keert: je blijft zelf verantwoordelijk voor een goeie virusscanner.
Op het gebied van cybersecurity werkt de MIVD heel nauw samen met de AIVD in de Joint Sigint Cyber Unit. Op de website wiv-onderdeloep.nl ga ik daar dieper op in.

Lees verder deel 4: Is de nieuwe wet een sleepnet?